Artikel 1 Definities en doel van de regeling

  1. Op deze regeling zijn de begripsbepalingen van hoofdstuk 1 van de cao van toepassing.
  2. Deze verlofregeling is een regeling voor de opname van onbetaald verlof door de werknemer. De werknemer kan met inachtneming van de bepalingen uit deze regeling met behoud van zijn functie onbetaald verlof opnemen. De werknemer kan dit verlof gebruiken voor doelen die hij zelf bepaalt.

Artikel 2 Verlof opnemen

De werknemer kan met de werkgever schriftelijk overeenkomen dat hij onbetaald verlof opneemt. De werkgever en werknemer bepalen in onderling overleg de duur en de omvang van het verlof.

Artikel 3 Procedure verlofaanvraag

  1. De werknemer vraagt het onbetaald verlof schriftelijk aan bij de werkgever. Bij zijn aanvraag vermeldt hij de exacte periode en omvang van het gewenste verlof.
  2. De werknemer doet zijn aanvraag ten minste 3 maanden voor de gewenste ingangsdatum van het verzoek. De werkgever staat een kortere aanvraagtermijn toe als dat op grond van de omstandigheden redelijk is of als dat voor zorgdoeleinden dringend vereist is.
  3. Tenzij de continuïteit van de bedrijfsvoering zou worden geschaad door het voorgestelde tijdstip, de vorm of de duur van het verlof, stemt de werkgever in met de verlofaanvraag.
  4. De werkgever deelt de werknemer binnen één maand nadat deze de aanvraag heeft ingediend, schriftelijk mee of hij al dan niet instemt met het onbetaald verlof. Een afwijzing van het verzoek tot onbetaald verlof wordt met redenen omkleed. De werkgever en de werknemer zoeken samen een alternatief.
  5. Indien de werkgever instemt met het onbetaald verlof, leggen werkgever en werknemer uiterlijk 2 weken voor de ingangsdatum schriftelijk de volgende gegevens vast:
    –   de ingangsdatum,
    –   de einddatum,
    –   de omvang van het verlof, en
    –   indien van toepassing, bijzondere afspraken over de terugkeer.

Artikel 4 Voortijdige beëindiging van het verlof

Voortijdige beëindiging van het verlof is in beginsel niet mogelijk.

Artikel 5 Consequenties voor arbeidsvoorwaarden en vergoedingen

  1. Gedurende het onbetaald verlof bestaat er geen aanspraak op loon.
  2. De werknemer die in deeltijd onbetaald verlof geniet, wordt beschouwd als een deeltijdwerknemer.
  3. Voor zover het verlof niet langer duurt dan 6 maanden, verhaalt de werkgever 40% van de pensioenpremie over de verlofuren op de werknemer. Voor zover het verlof langer duurt dan 6 maanden, maar niet langer dan 12 maanden, verhaalt de werkgever 60% van de pensioenpremie over de verlofuren op de werknemer. Bij voortduren van het verlof na 12 maanden draagt de werkgever niet meer bij in een eventuele verdere pensioenopbouw over de verlofuren. Indien de werknemer tijdens het onbetaald verlof een uitkering uit het levenslooptegoed van minder dan 70% van het salaris direct voorafgaand aan het verlof ontvangt, wordt de pensioenopbouw voortgezet naar rato van het percentage uit het levenslooptegoed. Onder pensioenpremie wordt in het kader van deze bepaling verstaan de pensioenpremie ABP conform artikel 4, lid 2 en 3 van de pensioenovereenkomst. Dit houdt in dat onder pensioenpremie valt de verschuldigde premie OP/NP, de premie anw-compensatie, de overgangspremie VPL en de premie arbeidsongeschiktheidspensioen. Wijzigingen in artikel 4, lid 2 en 3 van de pensioenovereenkomst ten aanzien van de samenstelling van de pensioenpremie werken automatisch door in de definitie van pensioenpremie in het kader van deze bepaling.
  4. Over de verlofuren vindt geen opbouw van vakantie plaats.
  5. Bij een voltijdverlof van langer dan 3 weken overleggen werkgever en werknemer over de consequenties voor de tegemoetkoming in de ziektekosten, werkgeversbijdrage in de kosten van kinderopvang, reis- en verplaatsingskosten, de EHBO-toelage en de overige door de werkgever aan de werknemer beschikbaar gestelde faciliteiten. Zij kunnen hierbij afspraken maken die afwijken van het ter zake in de cao bepaalde.

Artikel 6 Ziekte, zwangerschap en bevalling tijdens de verlofperiode

  1. Indien de werknemer gedurende de verlofperiode ziek wordt, loopt het verlof door.
  2. Indien de ziekte doorloopt tot na het einde van de verlofperiode, ontstaat het recht op doorbetaling van loon op de eerste dag na de verlofperiode.
  3. Bij langdurige ziekte heeft de werknemer het recht om de opname van het onbetaald verlof op te schorten. Dit recht ontstaat op het moment waarop de werknemer na melding van de ziekte bij de werkgever, ten minste 4 weken aaneengesloten ziek is geweest en naar verwachting van de bedrijfsarts de ziekte van langdurige aard zal zijn. Er is sprake van een ziekte van langdurige aard indien binnen 2 maanden na afloop van de genoemde 4 weken redelijkerwijs geen herstel te verwachten is.
  4. Vanaf het moment waarop het onbetaald verlof wordt opgeschort heeft de werknemer alle bij de werkgever geldende verplichtingen inzake re-integratie.
  5. Voor de duur van het zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt het onbetaald verlof opgeschort.

Artikel 7 Functiegarantie bij onbetaald verlof

  1. Uitgangspunt is dat de eigen functie bij terugkomst beschikbaar is voor de werknemer.
  2. De werknemer heeft bij terugkomst recht op het maandsalaris dat hij verdiende op de laatste werkdag voor het verlof, in voorkomende gevallen gecorrigeerd met een cao-verhoging.
  3. Indien het door zwaarwichtige bedrijfsbelangen niet mogelijk is de werknemer terug te laten keren in zijn eigen functie, zal de werkgever in overleg met de werknemer een vergelijkbare functie of een functie op hetzelfde salarisniveau zoeken.

Artikel 8 Overlijden

Voor de toepassing van artikel 7.7 lid 1 van de cao wordt de overleden werknemer geacht geen onbetaald verlof te hebben genoten.

Artikel 9 Overgangsrecht Regeling sabbats- of seniorenverlof

De Regeling sabbats- of seniorenverlof is vervallen per 1 augustus 2006. Het tegoed dat een werknemer op grond van deze regeling op 31 juli 2006 had opgebouwd, kan vanaf die datum niet meer toenemen. De werknemer neemt dit tegoed op enig moment in de vorm van verlof op. Op de opname van het verlof is artikel 3 van overeenkomstige toepassing. Op het opgenomen verlof blijft het bepaalde in bijlage H van de cao, zoals deze luidde op 31 juli 2006, van toepassing.

Artikel 10 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de werkgever in overleg met de OR.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling is in werking getreden op 1 augustus 2006.